De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath}

Reageren...

Re: Re: Grote straat gooien Yahtzee

Hallo,

Ik zit (helaas) vast bij het oplossen van enkele differentievergelijkingen waarbij complexe getallen een rol spelen.

Mijn dictaat geeft aan:

y(k) - y(k-1) + y(k-2) = 0

Substitutie met rk levert:

r2 - r + 1 = 0

Hieruit kan ik afleiden dat er twee complexe oplossingen volgen:

1/2(1+i√(3)) en 1/2(1-i√(3))

Hieruit stel ik de algemene oplossing als volgt op:

y(k) = c1 (1/2(1+i√(3)))k + c2 v(1/2(1-i√(3)))k

Tot zover kom ik eruit, maar nu wordt er een stap gemaakt naar de reele oplossing. Mijn dictaat zegt dat dit leidt tot 2 reele basisoplossingen: cos(k·Pi / 3) en sin(k·Pi / 3).

Concreet is mijn vraag, hoe komt men hier aan deze twee reele oplossingen? Ik dacht eerst dat dit wellicht kan worden opgelost door het 'handig' kiezen van constanten C1 en C2 en vervolgens herleiden d.m.v. de formules van Euler? Maar het lukt mij niet hierin 'handige' waarden te vinden? Is er een andere mogelijke oplossing?

Alvast bedankt, Jip

Antwoord

Beste Jip,

Merk om te beginnen op dat $\cos(\pi/3) = 1/2$ en $\sin(\pi/3) = \sqrt{3}/2$, zodat de algemene oplossing alvast geschreven kan worden als
$$y(k) = c_1 \left( \cos\left(\frac{\pi}{3}\right)+i\sin\left(\frac{\pi}{3}\right) \right)^k + c_2 \left( \cos\left(\frac{\pi}{3}\right)-i\sin\left(\frac{\pi}{3}\right) \right)^k$$De formule van de Moivre (die volgt uit de identiteit van Euler) stelt
$$\left( \cos\left( x \right)+i\sin\left( x \right) \right)^k = \cos\left( kx \right)+i\sin\left( kx \right)$$zodat
$$y(k) = c_1 \left( \cos\left(\frac{k\pi}{3}\right)+i\sin\left(\frac{k\pi}{3}\right) \right) + c_2 \left( \cos\left(\frac{k\pi}{3}\right)-i\sin\left(\frac{k\pi}{3}\right) \right)$$Stel nu $c_1 = c_2 = C_1/2$ en er volgt
$$y(k) = C_1 \cos\left(\frac{k\pi}{3}\right)$$en met $c_1 = -iC_2/2 \, , \; c_2 = iC_2/2$ volgt een tweede basisoplossing
$$y(k) = C_2 \sin\left(\frac{k\pi}{3}\right)$$zodat de volledige oplossing de som van de basisoplossingen is
$$y(k) = C_1 \cos\left(\frac{k\pi}{3}\right) + C_2 \sin\left(\frac{k\pi}{3}\right)$$
Deze redenering hoef je natuurlijk niet telkens te herhalen en zal altijd werken om, in geval van complexe oplossingen, over te gaan op een reële oplossing geschreven in termen van sinus en cosinus.

mvg,
Tom

Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!

Reactie:

Klik eerst in het tekstvlak voordat je deze knopjes en tekens gebruikt.
Pas op: onderstaande knopjes en speciale karakters werken niet bij ALLE browsers!


áâæàåãäßçéêèëíîìïñóôòøõöúûùüýÿ½¼¾£®©




$\mathbf{N}$ $\mathbf{Z}$ $\mathbf{Q}$ $\mathbf{R}$ $\mathbf{C}$
Categorie: Kansrekenen
Ik ben:
Naam:
Emailadres:
Datum:19-5-2024